18/01/2024  door Tommy Browaeys

Ondanks alle kommer en kwel die zich het voorbije jaar op het wereldtoneel afspeelde, waarbij ik nog altijd niet begrijp hoe het in gods- of andere naam mogelijk is wat mensen elkaar aandoen, waren er ook lichtpuntjes. Soms zijn ze voorbij nog voor je er bij stilstaat. Op andere momenten blijven ze een tijd in je hoofd hangen. Zo kreeg ik het spontaan warm van het woord koesterhuis, dat ik nooit eerder hoorde. Met dat initiatief wil het Berrefonds een plek bieden waar de ruime kring rond een overleden kind terechtkan voor troost, inspiratie, een luisterend oor, menselijke warmte of stilte.

De koesterkoffer kende ik al, om herinneringen te bewaren aan iemand die er niet meer is. Het kunnen spullen zijn die na iemands overlijden dat speciale plekje krijgen of iets wat iemand, al dan niet zwaar ziek, wil nalaten voor dierbaren. Het doet me wat denken aan die grote bananendozen op onze zolder, vol spullen van lang vervlogen tijden. Een aantal jaren geleden heb ik grote schoonmaak gehouden en dat werd een tocht doorheen heel wat herinneringen, die zowel mijn mondhoeken omhoog deden krullen als zilt vocht aan mijn ogen ontlokten. Als je tijd hebt, duik dan maar even mee: Kennisrecyclage.

Soms ontmoet je plots mensen die bijvoorbeeld bijna 40 jaar geleden mee voor items in jouw doos of koffer gezorgd hebben. Zo liep ik recent tijdens een uitvaardienst een jeugdtrainer en ploegverantwoordelijke tegen het lijf. Fijn om respect te tonen voor de persoon die we samen gekend hebben, kort van gedachten te wisselen rond wat me onder hun sportieve vleugels als 14- tot 16-jarige dreef en met elkaar te delen welk parcours we de voorbije decennia afgelegd hebben. Ik weet niet waarom, maar het beeld van een ketting komt in me op, met parels die aan elkaar geregen zijn. Afgewisseld met soms irriterende zandkorrels waarvan er nu en dan eentje, zoals de parabel het wil, als met de gave van een oester in zo’n kostbaar bolletje omgezet wordt. Zo verdient zelfs kommer gekoesterd te worden. Zeker wanneer persoonlijke kwel je na een stevige queeste naar je kwaliteiten leidt.

“De menselijke ziel is nu eenmaal zo ingesteld, dat eerder de schijn dan de werkelijkheid haar imponeert.” (Erasmus)

Die kwaliteiten verdienen een plekje in de koesterkamers van je hart, terwijl het bewuste besef ervan zich een stukje hoger tussen je oren mag nestelen. En wanneer er geen ruis op de vertrouwensrelatie tussen beide zit, kan je in alle authenticiteit door je biotoop glijden. Wanneer er storingen optreden, is het tijd voor een blik in de spiegel en de zelfreflectie of je bent en doet wie je ziet.  In alle mildheid. Kijk ook eens naar je context, naar wie er mee in jouw persoonlijke of professionele tuin glijdt. Waar voel je ruis? En vooral: vind je de wijsheid om te beseffen wat je wil of kan veranderen?

Mensen kan je niet veranderen, hoogstens proberen om hun perceptie bij te sturen wanneer je voelt dat ze niet de persoon zien die jij in de spiegel ontmoet. Laat het los wanneer het niet lukt of wanneer je ter wille van de context of anderen in een huid ‘moet’ kruipen die niet de jouwe is. En overweeg je opties waar en met wie je kunt doen wie je bent. Want je authenticiteit verdient een nest in alle koesterplekjes. Zorg dat je jezelf daar altijd her-innert.

wie
ik ben
is
wat je ziet

als
je niet komt
zoals je bent
kom je beter niet

Ik wens je een authentiek 2024, waarin je nieuwe herinneringen niet uitstelt, zodat ze voor warmte in je koesterkamers zorgen, lang voordat ze in de koesterkoffer van jezelf of je dierbaren terechtkomen.

 15/11/2023  door Nathalie Willems

80.000 uren of – omgerekend – zo’n 9 jaar: dat is gemiddeld de tijd die je in je leven met je collega’s doorbrengt. Althans, dat berekende het Nederlandse reclamebureau Everybody Likes Penguins. “Je brengt zoveel tijd door met je collega’s, soms wel acht uur per dag, en voor veel mensen is dat meer dan dat ze hun eigen partner zien”, aldus nog Hugo van de Hurk van het bewuste bureau.

Die uitspraak zette me aan het denken. Feit is: we brengen niet alleen ontzettend veel tijd met onze collega’s door, maar we creëren hierdoor ook een speciale band. En die band gaat zoveel verder dan enkel werkgerelateerde dingen. Collega’s steunen, helpen, bieden een luisterend oor wanneer het nodig is of laten je stoom afblazen als het net even té druk is. Tenminste, als die spreekwoordelijke klik er is…

Hoeveel uren zou ik intussen al met collega’s doorgebracht hebben? Onnoemlijk veel, besef ik nu. Een goede 36 jaar geleden kwam ik als groentje tussen een aantal ‘anciens’ op een Brusselse redactie terecht, en na omzwervingen op verschillende redacties, custom publishing en content advertising ben ik intussen zélf een ancien. Hoe snel is dat wel niet gegaan? Wat de mediasector zo boeiend maakt, is dat je eigenlijk altijd met gepassioneerde en bevlogen mensen mag samenwerken. Met gelijkgestemde zielen of net totaal tegengestelde karakters. Meestal zit je in een prettig gestoorde bende, die elkaar stimuleert, inspireert en aanvult. Door de jaren heen ontwikkelde ik skills, kreeg ik nieuwe inzichten of probeerde ik dingen meer te relativeren dankzij mijn collega’s. En dat tot op de dag van vandaag! Met een aantal collega’s heb ik een hechte band opgebouwd, sommigen reken ik zelfs tot mijn beste vrienden. Eén keer ging het echter helemaal mis: ik kwam in een team terecht waarin ik me onbegrepen en niet thuis voelde, en daar werd ik heel ongelukkig van. Zelf weggaan was toen de enige en juiste optie.

Alles wel beschouwd is ergens starten als nieuwkomer telkens weer een vorm van ‘Blind gematcht’. Je komt als een soort onbekende factor in een team terecht met collega’s die mekaar al langer kennen, en daar moet je dan een ‘relationship’ mee opbouwen. Soms is de match er meteen, soms heb je wat meer tijd nodig om die connectie te maken.

Natuurlijk nemen werkgevers initiatieven om de verbinding tussen collega’s en teams te bevorderen. Zo ook Roularta. En die initiatieven kunnen de meest uiteenlopende vormen aannemen: een swingend roaring twenties feest, het Insight magazine met het reilen en zeilen van ons bedrijf, de coaching sessies van onze training- en coaching development manager Veerle Hofman of een zomerdrink in de tuin van Evere, bijvoorbeeld. Bij de regie gingen we in september richting Nieuwpoort voor een tweedaags seminarie, een combinatie van business en pleasure. Vooraf hadden we huiswerk gekregen: we werden in ploegen verdeeld en elke ploeg moest een pitch voorbereiden op basis van een briefing. In Nieuwpoort mocht elke ploeg het resultaat van dat collectieve denkwerk presenteren. Dat was echt een superfijne manier om creatief na te denken met collega’s waar je soms wat minder contact mee hebt. Tijdens de quiz en een zoektocht met go-karts ontdekte ik dan weer nieuwe facetten van bepaalde collega’s. Wat weet Mark veel over aardrijkskunde! En hoe competitief is Eva wel niet?

Blind gematcht of niet: als de connectie er eenmaal is, wordt de communicatie beter, groeit het vertrouwen en ga je meer voor en met elkaar werken. Waar is Tom goed in, wat is echt het ding van Dirk en welk project kan niet zonder Veerle? Dat kom je enkel te weten als je verbinding hebt met elkaar! Fijne bijkomstigheid: het maakt je niet alleen productiever, maar geeft je ook meer plezier in het werk. Let’s connect!

 13/06/2023  door Jolien Hens

Terwijl ik dit schrijf, moet ik me inhouden om niet naar Roeselare te bellen. “Stop de persen!”, zou ik door de telefoon toeteren. Ik schreef namelijk een column voor Libelle Lekker die 22 juni in de winkel ligt, met daarin dat groenten en fruit dit seizoen later rijp zouden zijn dan andere jaren. Ik had me daarvoor gebaseerd op de weerscondities van dat moment: nat en koud. Een voorspelling die ik bevestigd zag op het veld van mijn ouders, hoorde bij verschillende boeren en las in meerdere nieuwsbrieven die ik volg. Het werd een klaagzang over de lente die maanden lang lag te snoozen als een tiener op zondagochtend.

Wat we toen niet konden weten was dat er na het schrijven 4 weken van onafgebroken zon en tropische temperaturen in het verschiet lagen, die ervoor zorgden dat alles in recordtempo zou groeien. Meer nog: niemand, mezelf incluis, kan zich nog voorstellen hoe grijs het voorjaar was. De column mist aan relevantie. En ik kan mezelf wel voor het hoofd slaan. Het is de eerste keer dat ik me aan een voorspelling waag, en wellicht ook de laatste.

“Is dat dan nodig, zo ver vooruit werken?” De reden daarvoor is dat er na mijn bijdrage nog een heel team van eindredacteurs en vormgevers aan te pas komt, en drukkers. Elke pagina is teamwork. Dat maakt het ook zo mooi: om die 2000 tekens die ik via mijn computer ingeef te zien transformeren tot een aantrekkelijk stukje met wervende kop en leuke plaatjes.

Sowieso zijn we zijn bij Libelle kampioen in ver vooruit plannen. In mei brainstormen voor kerstmis? Wij kunnen dat. Soms wordt er over gezucht, als we ons bij 25 graden moeten inbeelden wat we willen eten aan de kersttafel bijvoorbeeld. Al bekende een collega dat ze heel de ‘voorpret’ en aanloop ernaar toe leuker vindt dan kerst zelf, dus dan zit je op onze redactie helemaal goed. We weten intussen ook dat het zijn vruchten afwerpt. De redactionele planning is maar een klein schakeltje in het volledige Libelle-verhaal, er is nog de marketingmachine die ermee aan de slag gaat, en de salesafdeling die er zijn magie op loslaat.

En het moet gezegd: stylisten en fotografen die voor verschillende opdrachtgevers werken zijn altijd lovend over onze planning. Dat krijg je dus als je op tijd begint met ideeën uitwerken: je kan tijdig briefings sturen en mooie producties oogsten.

De drukpers voor deze column een halt toeroepen zal vrees ik niet lukken. Ik trek me op aan het feit dat onze kerstnummers weer toppers beloven te worden. Alleen maar hopen dat we tegen kerst niet plots een hittegolf krijgen, want dan is het hek pas helemaal van de dam.

 16/06/2023  door Nathalie Willems

‘Nieuwsgierigheid kan je niet afzetten, hé?, vertrouwde An Brouckmans, de intussen gewezen hoofdredactrice van Feeling, me toe. We stonden samen op haar afscheidsfeestje met een glas bubbels in de hand, en An had net vol enthousiasme verteld welke ideeën en plannen ze in de toekomst nog wilde uitwerken. Want ja, het is toch niet omdat je met pensioen gaat, dat die gezonde nieuwsgierigheid naar alles wat er om je heen en in de wereld gebeurt, opeens wegvalt?  Een waarheid als een koe, dacht ik, en wat een heerlijke attitude om een nieuwe levensfase aan te vatten.

 

De drang om nieuwe dingen te ontdekken, zit er bij mij ook goed in. Meer nog, het is een soort van basisbehoefte. Want stilstaan is achteruitgaan, een niet zo fijn gevoel dat je alleen kan counteren door levenslang je geest te trainen en nieuwe verbanden te leggen. Dat houdt je scherp en alert.  En daar heb je drie dingen voor nodig: voeding, een oplaadstation en goesting, veel goesting.

 

In mijn lange loopbaan heb ik een mooi aantal opleidingen en workshops gevolgd. Waren ze allemaal even interessant? Dat zou ik niet durven zeggen. Heb ik er wat van opgestoken? Altijd, want zelfs een onderwerp dat je wat minder ligt, kan je op een nieuw spoor of een fris idee brengen. Een van de leukste workshops die ik ooit volgde was ‘covertitels bedenken’. Volgens de lesgeefster was het altijd  ‘oorlog in het schap’ en met die wetenschap mochten we tijdens een gespierde oefensessie aan de slag. Ook onvergetelijk: een trendwatching-sessie met Lidewij Edelkoort, die in een lang, wit gewaad over het podium zweefde en ondertussen met een monotone stem de toekomst voorspelde. Heel boeiend vond ik de sessies brainstormtechnieken en out of the box-thinking, waar je echt handvaten krijgt om creatief aan de slag te gaan. En altijd weer een aanrader: een lezing van Joe Pulizzi, de koning van de content marketing of van Joeri Van den Bergh, die onlangs nieuwe inzichten over gen α deelde op het Branded Content Event in Utrecht.

 

Dat ‘inpluggen’ om je op te laden, hoeft trouwens niet altijd buitenshuis. Niet zo heel lang geleden kregen we een uitnodiging voor een cursus EHBO in onze mailbox. Wie er snel bij was, kon de basiscursus volgen, en daar hebben we echt levensreddende dingen geleerd. 30 x hartmassage en 2 x beademen op de beat van Stayin’ alive: ik denk niet dat ik het ooit zal vergeten! En vorige week mocht ik op Erasmus, een initiatief dat als doel heeft om binnen Roularta kruisbestuivingen te genereren. Als grote Knack-fan had ik me opgegeven om een dagje mee te draaien op de marketing van Knack/Le Vif. Brandmanager Ann Claeys had een interessant en gevarieerd programma voorzien, waarbij ik een sprint-evaluatie van het team volgde en een paar besprekingen met de hoofdredactie van Knack mocht bijwonen. Het werd een leerrijke namiddag, niet alleen omdat ik veel heb opgestoken maar ook omdat ik collega’s beter heb leren kennen.

 

Toen me gevraagd werd om voor het afscheid van An Brouckmans iets toepasselijks te schrijven, moest ik meteen denken aan een inspirerende quote van Steve Jobs. ‘Stay hungy, stay foolish’, zei hij tegen studenten die op het punt stonden om af te studeren. Stop nooit met leren en blijf nieuwe dingen ontdekken. Een levensmotto dat op Ans lijf geschreven is, maar zeker ook een aansporing voor elk van ons. Ik heb de quote alvast op een post-it op mijn laptop gekleefd J

 27/12/2022  door Nathalie Willems

Bijna 17 was ik, toen het Vlaamse medialandschap in oktober 1980 werd opgeschrikt door het allereerste nummer van Flair. Nu is de lancering van een nieuw blad sowieso altijd al bijzonder, maar de komst van Flair maakte echt wel ophef. Een eigenzinnig blad voor jonge meisjes en vrouwen dat openlijk durfde praten over seks en geen enkel taboe uit de weg ging? Dat was ongezien in die tijd!

Ik zat op een strenge meisjesschool (dat bestond toen nog) en leerde het magazine op een heel aparte manier kennen. De boomlange J.C., onze toenmalige leraar godsdienst, wandelde op die bewuste oktoberdag het klaslokaal binnen, gooide zijn sigarettenpeuk weg (dat kon toen ook nog) en verklaarde dat er een nieuw tijdschrift op de markt was dat de hele klas maar eens dringend moest gaan lezen. Flair, het magazine voor jonge vrouwen dat geen blad voor de mond nam! Alles wel beschouwd was dit best een vooruitstrevende actie van een jezuïet op leeftijd, en het miste zijn doel dan ook niet. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik kocht het tijdschrift, net zoals veel van mijn generatiegenoten. Flair was dynamisch, maatschappelijk relevant en groeide snel uit tot een fenomeen. Ook vandaag – meer dan 40 jaar later – blijft het magazine jonge mensen inspireren én empoweren. Een topprestatie!

Maar eigenlijk dateert mijn interesse en passie voor magazines van nog veel vroeger. Mijn ouders haalden Knack vanaf het eerste nummer in huis. Dat was in 1971, toen je bij de persverkoper nog twijfelde over hoe je de naam van het blad precies moest uitspreken. Met mijn kinderogen keek ik vol ontzag naar dat ‘grotemensenmagazine’ met ernstige interviews, uitgesproken opiniemakers en grote dossiers. Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat ik het Het Rijk der Vrouw en de Femmes d’Aujourd’hui waarop mijn beide grootmoeders dan weer geabonneerd waren, toch nét iets plezanter vond.

Wie weet is toen het idee ontstaan om later ooit bij de ‘boekskes’ te gaan werken, want feit is: ik ben nog steeds een mega-magazinefan! Dinsdag Flair, woensdag Knack, donderdag Libelle? Bring it on! Hoe handig digitaal lezen ook is, niets kan tippen aan de magie van een geprint magazine. En gelukkig ben ik niet de enige die er zo over denkt, want al onze Roularta-bladen mogen prat gaan op fans die hun dagelijkse, wekelijkse of maandelijkse rendez-vous met hun favoriete titel(s) niet kunnen missen.

Hoe dat nu precies zit met die fan-factor, werd onlangs wetenschappelijk onderzocht bij Roularta Advertising. Er werd een methodologie ontwikkeld en 4000 respondenten tussen 18 en 65 jaar werden bevraagd om te bepalen waar de fan-factor nu voor staat en concreet betekent. En wat blijkt? Print is hét medium bij uitstek dat erin slaagt om zijn consument, de lezer, echt te engageren!

Mijn ultieme geschenktip voor het eindejaar zal dan ook niemand verbazen: geef gewoon een abonnement op één van onze magazines cadeau. 100% tevredenheidsgarantie en een uitgelezen kans op nog meer fans!

 29/03/2023  door Jolien Hens

Ik zit naast het ziekenhuisbed waarin mijn oma vredevol ligt te slapen. Volgens de dokters is ze zachtjes afscheid aan het nemen. Dit bed zal haar sterfbed zijn.

Het is hartverwarmend om haar 5 kinderen en bijbehorende kleinkinderen rond haar te zien zoemen. Ik denk dat ze stilletjes geniet van alle aandacht. Ze kan niks zeggen of zien, maar ze knijpt af en toe in ons hand. We hebben de kamer vol voorjaarsbloemen gezet. Inclusief lekker ruikende hyacinten die ik (als ik alleen met haar ben) op haar kopkussen leg. Haar ogen zijn al dagenlang dicht, maar ik weet zeker dat ze door de geur droomt dat ze in een veld vol bloemen ligt.

De momenten dat ik naast haar zit te ‘waken’, schrijf ik een stuk voor Libelle. Dat voelt best bijzonder. Het is dankzij haar dat ik ooit het plan aanvatte een brief te sturen met de vraag of ik stage mocht lopen op de Libelle-redactie. Als ik haar vroeg hoe haar dag geweest was, antwoordde ze ofwel dat ze met planten in de weer was geweest (tot haar 88 woonde ze op de boerderij), ofwel dat ze in haar “boek” had gelezen. Met haar boek bedoelde ze Libelle. Ze las ‘m elke week 3 keer, in de winter wel 4 keer. Haar oogjes glommen toen ze het me toevertrouwde. Ze had geen rijbewijs, maar de verhalen in Libelle brachten de buitenwereld bij haar binnen. Het verruimde haar wereld, en vooral: ze voelde zich gezien.

Dus toen Tine, onze chef reportage, vroeg of ik iets zou willen schrijven voor Libelle over rouw en het verlies van mijn broer, heb ik geantwoord dat ik het een beetje spannend vind, maar dat ik het toch ga doen. Omdat dat is wat we moeten doen. Schrijven uit het hart. Veel mensen voelen zich eenzaam. Mijn oma toonde dat verhalen zo sterk en krachtig kunnen zijn dat ze verbinden. Dat ze het gevoel geven: je bent niet alleen. Ik ben best trots op hoe we dat als Libelle-familie elke week opnieuw klaarspelen.

Intussen is mijn nichtje de kamer binnen gelopen. Ze zit naast me met dikke buik. Ook mijn kuikens komen straks nog even dag zeggen. Mijn oma weet dat, en het lijkt alsof ze erop wacht. Alsof ze de fakkel bewust wil doorgeven aan de nieuwe generatie. Mij wijst mijn meter op haar manier nog een laatste keer de weg: authentieke en eerlijke verhalen, dat is wat waar de wereld nood aan heeft. Vandaag meer dan ooit.