De no-print strategie

Nathalie Willems, Content Strateeg

01/09/2021

“En? Wat valt je op bij Roularta?” Ik was net een weekje aan de slag bij de Regie in ons (intussen ex-) kantoor in Zellik, en werd bij CEO Xavier Bouckaert verwacht voor een kennismakingsgesprek. Toen hij me die vraag stelde, antwoordde ik spontaan: “De stapels papier!”

Zoals het rechtgeaarde magazinemakers betaamt, zijn wij Roulartianen allemaal verslingerd aan papier. Niets komt nog maar in de buurt van dat onbeschrijflijke gevoel dat enkel een gedrukt magazine je kan geven. Maar daar had ik het natuurlijk niet over. Ik had het over de mapjes en werkdocumenten die op de bureaus verspreid lagen. Die sprongen meteen in het oog, vooral omdat ik zelf zo goed als niets meer afprint.

Nu, dat was niet altijd zo, hoor! Jarenlang vond ik het nuttig – en zelfs noodzakelijk – om belangrijke documenten of informatie systematisch af te drukken. De muren achter mijn bureau,  de kastdeuren en zelfs de ramen waren behangen met backtimings, productieflows, dringende ‘to do’s’ en ‘do not forget’s’. Op mijn bureau lag steevast een hoopje mappen in verschillende kleuren, die allemaal een bepaalde betekenis hadden. De kleurencode ging van rood over oranje tot blauw: pas als je aan het blauwe mapje toekwam, wist je dat het project bijna was afgerond. Op de één of andere manier gaf die uitgeprinte informatie op ooghoogte me rust. Meer grip op de situatie. Het gevoel dat ik het project onder controle had.

Maar de tijdsgeest veranderde snel, en de technologie bood nieuwe mogelijkheden. Op een blauwe maandag werd de futureproof new way of work – ook wel bekend als NWOW- ingevoerd. Voor mensen zoals ik die al jaren op een bepaalde manier werkten, was dit een ingrijpende verandering. Dág vaste werkplek, vaste telefoonlijn en privé opbergkast! In ruil kregen we dynamische eilanden met flexplekken, waar iedereen mocht aanschuiven, en intieme hoekjes met gigantische oorfauteuils om dingen te bespreken die niet voor alle oren bestemd waren. Persoonlijke spullen gingen bij aankomst in een locker, en voor je werkdocumenten kreeg je exact een meter kastruimte. Eén meter! Uiteraard werd gelijk ook het aantal printers fors gereduceerd. Logisch: alle documenten en informatie hoorden vanaf nu op de server, in een virtuele mappenstructuur, dus waarom hadden we nog zoveel printers nodig?

Gelukkig is een mens flexibel, en na een aanpassingsperiode met vallen en opstaan, begon ik de voordelen van dat nieuwe werken écht wel in te zien. Een clean desk, zonder clutter die eigenlijk ook afleidt. Een lichtgewicht laptoptas, in plaats van een loodzware draagzak met mapjes en documenten, beter voor je rug.  Altijd de laatste, up-to-date informatie bij de hand: superhandig als je aan versie 7 van een planning zit. Maar het allermooiste vond ik dat we ons opeens heel erg bewust werden van ons printgedrag. Ons afvroegen of dat document printen nu écht wel nodig was. En dat leidde automatisch tot een drastische afname van het aantal printopdrachten.

Bij Roularta kreeg ik drie jaar geleden een vaste werkplek en een telefoontoestel, wat ik stiekem best wel leuk vond. Maar printen? Nee, dat had ik afgeleerd. Ik bleef een fervente aanhanger en promotor van de ‘no print-strategie’, tot groot jolijt van mijn nieuwe collega’s. Maar kijk, intussen heeft corona thuiswerk genormaliseerd en gaan we ook in het BMC naar het nieuwe werken, inclusief flexplekken. Misschien een uitgelezen kans om met z’n allen papier te sparen en minder te printen? Het échte printen, het drukken dus, dat laten we met plezier aan onze collega’s van de drukkerij over! Deal?

terug naar overzicht
Lees de vorige blogs van Nathalie Willems

Deel deze blog: