Voorbijgaan

Tommy Browaeys, Uitgever Trends Top

16/04/2024

Mijn brein deed het weer: een aantal (toevallige) punten zonder artificiële intelligentie aan elkaar linken voor een stevige portie gepeins rond het bijzondere in het alledaagse. Deze keer waren de prikjes gespreid over een dag of drie.

Het begon tijdens een rit naar kantoor. ‘One Day’ van Asaf Avidan weerklinkt uit de speakers. Volumeknop wat hoger en meezingen, mezelf niet storend aan wie zich misschien vermaakt aan hoe dat er vanuit zijn of haar perceptie moet uitzien. ‘One day baby we’ll be old and think of all the stories that we could have told’. Het was ooit de inspiratie voor mijn carpe diem gedicht ‘Op dagen oud en grijs’, dat een plekje kreeg in Wake-up Call en ook met stip genoteerd staat voor de bundel die in de baarmoeder van mijn inspiratie richting levensvatbaarheid rijpt. Dat zorgde op zich weer voor gedachten rond waar rij je naartoe en wat ga je daar waarom doen. Altijd goed om af en toe in de spiegel van je verwachtingen te kijken en zowel dankbaar als kritisch te zijn voor wat op je weg komt of waar je halt houdt, met een grote bocht omheen fietst dan wel op volle snelheid doorheen klieft.

Dezelfde avond breng ik een laatste groet aan een vroegere buurvrouw. Herinner me sinds ik van haar vertrek hoorde hoe we destijds voor haar deur wachtten op de bus die ons met boekentassen vol dromen voor toen en later naar school bracht. Hoe ik nu volwassenen een troostende knuffel geef bij het verlies van hun moeder terwijl we vroeger als jonge snaken samen lachend op en rond de straten speelden: schipper mag ik overvaren, hinkelen, voetbal, verstoppertje, slibberen (ons mooie dialectwoord voor glijden) op een zelfgemaakte ijspiste in het midden van de straat, niet altijd tot tevredenheid van niet-snotapen. In een tijd waar babbelen nog voor chatten in het alfabet van interactie stond en GPT hoogstens aan één of andere giftige substantie deed denken. Kapotte knieën maar een gerust gemoed. Ver weg van vergrijzende zorgen, verzorgen van vergrijzenden, vaarwel aan voorgeslacht en verlies van eigen vlees.

‘Is dit nu later’ van Stef Bos komt in me op want zag het beeld van mijn eerste auto die twee scholen later voor onze ouderlijke woonst geparkeerd stond en waarin mijn Spotify van toen ook zijn rake teksten bevatte. De tijd terug- of doordraaien zoals bij die cassetjes, via de zware drukknop van de radio of met een stylo wanneer het bandje uitgerafeld vastraakte en je enkel kon hopen dat de schade zou meevallen. Dat later is nu. En nu is zoals het is. Het volgende later valt weer af te wachten. Of zoveel mogelijk zelf te maken.

Twee dagen later ga ik bij mijn moeder langs. Met een portie pasta. Denk aan hoe zij vroeger een zak vol eten meegaf wanneer ik op zondagavond naar mijn Antwerpse kot trok. Zie hoe een kraan het huis aan de overkant gehalveerd heeft. Blijkbaar gisteren gestart. Het was al een tijd geleden van eigenaar veranderd. Toch toevallig dat de gedeeltelijke afbraak en heropbouw gestart worden op de dag dat de eerste bewoonster naar haar laatste rustplaats geleid wordt. En hoe snel dat gaat. Praat met ma over hoe de eerste generatie van de straat stilaan uitdooft en de volgende generaties hun dromen uitbouwen. En zo zijn vroeger, nu en later eigenlijk altijd op dezelfde plaats.

Eén van de boeken die we voorgeschoteld kregen tijdens het eerste jaar op de unief zweeft mijn gedachten binnen: ‘Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan’ (Louis Couperus), met onder andere de onherroepelijk voortschrijdende tijd en de angst voor de nakende ouderdom en de dood als thema’s. Dezelfde middag vullen we op vraag van ma samen de papieren voor een negatieve wilsverklaring en euthanasie bij een medisch onomkeerbare fysieke of mentale toestand in. Mijn moeder is nog prima bij de pinken. Ze weet wat ze wil. En wat ze niet wil. Vroeger. Nu. Later. Ook die laatste bocht wil ze liefst controleren. En couperen als het nodig is. Met een handtekening op een document als noodzakelijk wettelijk instrument. In de hoop dat het voor 20 jaar de kast in kan.

Drie dagen. Diepe gedachten. Dag dood. Leve het leven. Tot de cirkel rond is en eigenlijk oneindig wordt. Af en toe vierkant draaiend. Of met korte dan weer lange lijntjes als in een lang niet altijd rechthoekige driehoek waarvoor zelfs Pythagoras zijn neus zou ophalen. Wie onze formule uitvond, zal ze vermoedelijk nooit prijsgeven. En misschien maar goed ook. Wat ik van de wiskundige niet wist, is dat hij ook een School had. Zo lees ik online hoe de mens volgens hem zijn ware identiteit en de harmonie met de spirituele wereld heeft verloren en dat zijn leven daardoor onvolmaakt en vergankelijk is. Hoe het doel van zijn School was om de geest van de mens te bevrijden van de vele ketenen en banden die hem van jongs af vasthielden. Ik proef er zowaar een vleugje mindfulness in. Wetenschappen waren nooit mijn ding, die filosofische stelling gaat er bij mij in ieder geval net iets makkelijker in dan a2 + b2 = c2. In een volgend stukje giet ik het misschien wel in een formule voor Kleine Gelukjes. Alles suggesties welkom…

terug naar overzicht

Deel deze blog: