Mijn brein deed het weer: een aantal (toevallige) punten zonder artificiële intelligentie aan elkaar linken voor een stevige portie gepeins rond het bijzondere in het alledaagse. Deze keer waren de prikjes gespreid over een dag of drie.

Het begon tijdens een rit naar kantoor. ‘One Day’ van Asaf Avidan weerklinkt uit de speakers. Volumeknop wat hoger en meezingen, mezelf niet storend aan wie zich misschien vermaakt aan hoe dat er vanuit zijn of haar perceptie moet uitzien. ‘One day baby we’ll be old and think of all the stories that we could have told’. Het was ooit de inspiratie voor mijn carpe diem gedicht ‘Op dagen oud en grijs’, dat een plekje kreeg in Wake-up Call en ook met stip genoteerd staat voor de bundel die in de baarmoeder van mijn inspiratie richting levensvatbaarheid rijpt. Dat zorgde op zich weer voor gedachten rond waar rij je naartoe en wat ga je daar waarom doen. Altijd goed om af en toe in de spiegel van je verwachtingen te kijken en zowel dankbaar als kritisch te zijn voor wat op je weg komt of waar je halt houdt, met een grote bocht omheen fietst dan wel op volle snelheid doorheen klieft.

Dezelfde avond breng ik een laatste groet aan een vroegere buurvrouw. Herinner me sinds ik van haar vertrek hoorde hoe we destijds voor haar deur wachtten op de bus die ons met boekentassen vol dromen voor toen en later naar school bracht. Hoe ik nu volwassenen een troostende knuffel geef bij het verlies van hun moeder terwijl we vroeger als jonge snaken samen lachend op en rond de straten speelden: schipper mag ik overvaren, hinkelen, voetbal, verstoppertje, slibberen (ons mooie dialectwoord voor glijden) op een zelfgemaakte ijspiste in het midden van de straat, niet altijd tot tevredenheid van niet-snotapen. In een tijd waar babbelen nog voor chatten in het alfabet van interactie stond en GPT hoogstens aan één of andere giftige substantie deed denken. Kapotte knieën maar een gerust gemoed. Ver weg van vergrijzende zorgen, verzorgen van vergrijzenden, vaarwel aan voorgeslacht en verlies van eigen vlees.

‘Is dit nu later’ van Stef Bos komt in me op want zag het beeld van mijn eerste auto die twee scholen later voor onze ouderlijke woonst geparkeerd stond en waarin mijn Spotify van toen ook zijn rake teksten bevatte. De tijd terug- of doordraaien zoals bij die cassetjes, via de zware drukknop van de radio of met een stylo wanneer het bandje uitgerafeld vastraakte en je enkel kon hopen dat de schade zou meevallen. Dat later is nu. En nu is zoals het is. Het volgende later valt weer af te wachten. Of zoveel mogelijk zelf te maken.

Twee dagen later ga ik bij mijn moeder langs. Met een portie pasta. Denk aan hoe zij vroeger een zak vol eten meegaf wanneer ik op zondagavond naar mijn Antwerpse kot trok. Zie hoe een kraan het huis aan de overkant gehalveerd heeft. Blijkbaar gisteren gestart. Het was al een tijd geleden van eigenaar veranderd. Toch toevallig dat de gedeeltelijke afbraak en heropbouw gestart worden op de dag dat de eerste bewoonster naar haar laatste rustplaats geleid wordt. En hoe snel dat gaat. Praat met ma over hoe de eerste generatie van de straat stilaan uitdooft en de volgende generaties hun dromen uitbouwen. En zo zijn vroeger, nu en later eigenlijk altijd op dezelfde plaats.

Eén van de boeken die we voorgeschoteld kregen tijdens het eerste jaar op de unief zweeft mijn gedachten binnen: ‘Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan’ (Louis Couperus), met onder andere de onherroepelijk voortschrijdende tijd en de angst voor de nakende ouderdom en de dood als thema’s. Dezelfde middag vullen we op vraag van ma samen de papieren voor een negatieve wilsverklaring en euthanasie bij een medisch onomkeerbare fysieke of mentale toestand in. Mijn moeder is nog prima bij de pinken. Ze weet wat ze wil. En wat ze niet wil. Vroeger. Nu. Later. Ook die laatste bocht wil ze liefst controleren. En couperen als het nodig is. Met een handtekening op een document als noodzakelijk wettelijk instrument. In de hoop dat het voor 20 jaar de kast in kan.

Drie dagen. Diepe gedachten. Dag dood. Leve het leven. Tot de cirkel rond is en eigenlijk oneindig wordt. Af en toe vierkant draaiend. Of met korte dan weer lange lijntjes als in een lang niet altijd rechthoekige driehoek waarvoor zelfs Pythagoras zijn neus zou ophalen. Wie onze formule uitvond, zal ze vermoedelijk nooit prijsgeven. En misschien maar goed ook. Wat ik van de wiskundige niet wist, is dat hij ook een School had. Zo lees ik online hoe de mens volgens hem zijn ware identiteit en de harmonie met de spirituele wereld heeft verloren en dat zijn leven daardoor onvolmaakt en vergankelijk is. Hoe het doel van zijn School was om de geest van de mens te bevrijden van de vele ketenen en banden die hem van jongs af vasthielden. Ik proef er zowaar een vleugje mindfulness in. Wetenschappen waren nooit mijn ding, die filosofische stelling gaat er bij mij in ieder geval net iets makkelijker in dan a2 + b2 = c2. In een volgend stukje giet ik het misschien wel in een formule voor Kleine Gelukjes. Alles suggesties welkom…

Ik zit na een drukke werkdag op de trein naar huis. In mijn rugzak zit naast een lege brooddoos en een laptop met lege accu, een Libelle vol paasstickers. Ik lees Karens edito, en het verhaal van Anne Davis. Ondertussen heb ik voorpret bij het idee dat ik de stickers met konijntjes straks aan mijn vijfjarige zoon kan geven. Bij kerst vroeg hij na weken thuiskomen met kerstkaartjes, -stickers en een raamstift of er misschien een kerstwinkeltje op mijn werk was. Urenlang was hij ermee in de weer. Hij knutselde er een kerststalletje van, vrolijkte cadeautjes op, en versierde het raam. Ook deze keer glundert hij. “Stickers!” Roept hij als een kwispelend hondje.

Ik herken het van mama. Libelle is ook voor haar zoveel meer dan gewoon een boekje om te lezen. Ze scheurt alle blaadjes met puzzels voorzichtig uit. Voor papa de sudoku’s, de raadseltjes met zoekspelletjes voor haar kleinkinderen. Wanneer ze hen geconcentreerd boven het blad ziet hangen, weet ik dat ze blij is. Oude boekjes worden steevast gerecycleerd. Covers van Nest met schattige puppies of lieve eekhoorntjes veranderen in zelfgemaakte kaartjes. Plaatjes die resoneren met de jarige in kwestie worden uitgeknipt en toveren een saaie doos in geen tijd om tot een prachtig cadeau. Lekkere recepten? Die worden zonder twijfel uitgeprobeerd. Zoals vorige vakantie, toen zelf donuts maken een heus project werd. Ze haalde alle ingrediënten in huis, en kneedde samen met haar kleinzoon het deeg. Ze lieten het deeg rustig rijzen onder een handdoek, en gingen af en toe piepen of het al omhoog was gekomen. De dag nadien vormden ze zorgvuldig de gebakjes, en bakten ze alsof het om hun kostbaarste bezit ging. Om ze een paar uur later, als ze afgekoeld waren, te versieren met glazuur in vrolijke kleurtjes. Iedereen die op bezoek kwam, mocht meegenieten. Ik kreeg zelfs een doos mee die thuis de heerlijkste geur verspreidde.

Ik blijf dat wonderlijk vinden: hoe op de redactie een idee kan transformeren naar woorden met mooie plaatjes, en dat lezers er op hun beurt iets van maken dat je kan ruiken en proeven. En dat dan weer doorgeven, zodat iemands anders huis er zelfs lekker van gaat ruiken. Dat is wat Libelle zo bijzonder maakt. Het is een cadeautje voor jezelf, maar tegelijk ook voor iedereen om je heen. Als ik thuiskom met nieuwe stickers, weet ik oprecht niet wie er het meest blij is: de zoon omdat hij straks kan gaan plakken, of ik om de fonkelingen in zijn ogen.

Het overkomt ons allemaal wel eens dat een situatie een vonk doet overslaan in ons brein en we een liedje in ons hoofd afspelen dat ons daarna niet meer loslaat. Een oorworm. Maar dan zonder het nummer eerst te horen.

Vandaag is dat alvast voor mij ‘Everybody Rejoice’. Everybody what? Dit nummer kennen we waarschijnlijk allemaal het best als ‘A brand new day’. Een klassieker uit de Wizard of Oz met de fantastische stem van Diana Ross. Om de oorworm ook bij jullie te lanceren:

Can’t you feel a brand new day?
Can’t you feel a brand new day?
Can’t you feel a brand new day?
Can’t you feel a brand new day?
En als dat niet lukt eens clicken op https://www.youtube.com/watch?v=IJFgwc1KzQ8

Sorry voor de oorworm.

Waarom ik aan dit nummer denk?

Dit nummer zou als gegoten passen in het repertoire van onze Roularta Band, een coverband samengesteld uit topmuzikanten uit verschillende afdelingen. De General Manager van Roularta Advertising, Philippe Belpaire, is alvast een begenadigd pianist. Het nummer brengt mij dan ook terug naar 11 januari. Het was verzamelen geblazen met al onze collega’s om de 70ste verjaardag van Roularta te vieren in de Carré in Willebroek. Regi was de ‘northstar’ van de avond maar ik heb even zeer genoten van onze Roularta Band als van onze eigen DJ talenten, Steven Vangenechten en Jeroen Van Raemdonck. Een frisse start van het jaar waarbij we collega’s die we niet zo vaak zien in de armen konden sluiten. Met een glimlacht op mijn gezicht denk ik terug aan hoe meer dan één collega opging in de ‘jaren 50’ dresscode.

Waarom ik nog aan dit nummer denk?

Op 25 januari gaven onze CEO, Xavier Bouckaert en CFO, Steven Vandenbogaerde een diepgaand inzicht in de drie kernpijlers van onze Strategie 2024-2027. Deze pijlers zullen de komende jaren onze bedrijfskoers bepalen. Deze strategie is niet alleen richtinggevend voor ons bedrijf, maar het is ook een roadmap die ons pad naar succes in de komende jaren definieert.

Voor mij persoonlijk zit er hierin ook een ‘brand new’ start. Samen met Stijn Brysbaert als product manager en Esther Sys als customer success manager ben ik de trekker voor de pijler Strategische Partnerships. Wij leggen bruggen met interne en externe partners om nieuwe lange termijn inkomsten te creëren die starten vanuit onze ‘kern’: onze content, onze merken, onze lezersrelaties,…

Tegelijkertijd een hele eer en uitdaging. Het is heel fijn om zien hoe collega’s ons aanspreken met ideeën om onze ambitieuze doelstelling waar te maken. Succes zullen we halen als ‘one team, one family’.

Waarom ik ook nog aan dit nummer denk?

Voor velen in al onze teams zit er in 2024 een nieuw elan in zijn of haar carrière. Zo kan je in de blog van mijn collega Hanna Thienpont alvast haar verandertraject volgen. In veel teams zijn naar aanleiding van de Strategie2024-2027 de rollen en verantwoordelijkheden hieraan aangepast. Soms nog wat zoekend maar gelukkig met frisse moed en het geloof in de ‘bestemming’. Ik ben alvast heel fier op de nabije teamleden die ik nieuwe verantwoordelijkheden zie opnemen en daarin de eerste successen boeken.

Nu voel je het zeker ook, die Brand New Day. Intussen koos ons communicatieteam zonder af te weten van deze blog voor een ‘Branded New Day’ als titel en centraal thema voor het event dat wij eind maart zullen organiseren om onze activiteiten rond branded content, ook wel eens native advertising genoemd, extra in de verf te zetten. Dit belooft een hoogtepunt in ons jaar te worden gezien we als advertentieteam met dit type van campagnes het verschil maken. We zetten de kracht van onze merken in en creëren content die past bij het dna van onze merken en lezers. We hebben dan ook een groot marktaandeel te verdedigen in dit advertentietype. Hier lees je later zeker meer over.

Voor nu…
Geniet van de winter, het leven en elkaar.

“Poeh, ik voel dat ik geen twintig meer ben”, lachte collega C. toen ik haar onlangs belde met een vraag over een klant. “Ik ook niet’’, grapte ik, “maar het was wel heel fijn om even te doen alsof!”  Voor wie het nog niet begrepen had: deze conversatie vond plaats op vrijdag 12 januari, de ochtend na de Roularta-party. Roularta werd 70, en dat werd passend gevierd met een spetterend feest in ware fifties-stijl in de Carré – een iconisch, heropgebouwd paviljoen van Expo 58 en dé uitgelezen locatie voor dit event. Uit alle hoeken van het land kwamen piekfijn uitgedoste collega’s naar Willebroek afgezakt. De sfeer zat er meteen goed in, met optredens van de Roularta Band en het dj-duo Van Raemdonck-Van Genechten die de perfecte opwarmers bleken voor hoofdact Regi. Ik had Regi nog nooit live aan het werk gezien en was toch wel onder de indruk. Sportpaleis of Carré: die man kan er wat van! De hele zaal ging uit de bol en shakete mee op zijn opzwepende beats.  We waren één grote happy bende, die avond, en ik maakte me de bedenking dat we dat gevoel van samenhorigheid moesten koesteren. En vasthouden.

“Il faut de tout pour faire un monde”, zei mijn grootmoeder zaliger altijd, en dat is nergens meer waar dan op de werkvloer, waar je in een spreekwoordelijke smeltkroes van persoonlijkheden terechtkomt. Introverte types en extraverte mensen,  einzelgängers en groepsspelers, creatieve geesten en nuchtere karakters, bedachtzame individuen en echte flapuiten, diva’s en stille krachten, échte inspirators en pietjes-precies: je komt ze vroeg of laat allemaal tegen. Elk op hun eigen manier zorgen ze voor een bepaalde dynamiek en bepalen ze de sfeer. Met sommige collega’s klikt het vanzelf, met andere gaat het connecteren wat moeizamer. Zelf behoor ik tot de groepen ‘extravert’ en ‘flapuit’, wat gelijkgestemden meestal wel prettig vinden, maar rustigere collega’s als ‘luidruchtig’ en ‘erg aanwezig’ kunnen ervaren (sorry, guys!).  Maar één ding is zeker: ik ben een teamplayer, altijd al geweest.

Verschillende types dus, waarmee je moet (leren) samenwerken. In je eigen team, maar ook daarbuiten. Want samenwerken is gewoon nodig. Samen ben je niet alleen sterker, maar kom je ook tot betere resultaten. En als er succesjes geboekt worden, is het zoveel fijner als je die ook met je collega’s kan delen. Samenwerken is ook eenvoudig, vind ik. Het gaat over mekaar stimuleren en inspireren. Maar ook over mekaar door dik en dun steunen en weten dat je op elkaar kan rekenen. Het is tenslotte niet het team met de beste spelers dat wint, maar wél de spelers met het beste team die winnen.

Of je het nu eenvoudig vindt of niet: Happie zet je op de goede weg. Dit engagement bundelt een aantal principes die makkelijk toepasbaar zijn om goed samen te werken en te functioneren in een aangename, respectvolle werkomgeving. Zo creëren we dat fijne samenhorigheidsgevoel. Niet alleen op de dansvloer, maar ook op de werkvloer!

Sinds januari ben ik begonnen aan een nieuw hoofdstuk in het Young Mediaholic Program en maak ik deel uit van het team Product Management en Data. Spoiler alert: ik ben verantwoordelijk voor een ongelofelijk interessant project en werk samen met ervaren mensen die me op dagelijkse basis veel bijleren. Dit gezegd zijnde, vind ik het belangrijk om eerlijk te zijn met jullie, dus laat me jullie even vertellen hoe de afgelopen vijf weken zijn verlopen voor mij.

Wisselen van team is niet vanzelfsprekend, of dat was het toch voor mij niet. Ik had mezelf er misschien ook niet voldoende mentaal op voorbereid, maar ik ging er initieel vanuit dat de overgang soepel zou verlopen. Mijn eerste twee dagen op het werk voelde ik me eenzaam, alsof ik zweefde tussen twee teams. Ik kende namelijk nog niemand in mijn nieuw team en ik voelde me ook geen deel meer van mijn vorig team. Ik ervaarde terug alle emoties die ik voelde tijdens mijn eerste dagen bij Roularta: onzekerheid, eenzaamheid, stress en prestatiedruk. Maar deze emoties waren eigenlijk niet terecht. Ik was niet eenzaam, allesbehalve zelfs.

Kim, Leonie, Jürgen, Marc en tal van andere collega’s zoals Kevin en Annelies ontvingen me met open armen. Dat is eigenlijk zelfs een beetje een understatement. Iedereen was héél blij dat ik er was: een nieuwe collega die haar volledige aandacht kan smijten op het herabonnering- en winback-project van Knack en Libelle. Iedereen nam hun tijd om met mij samen te zitten, kennis te maken en mij wegwijs te maken binnen het project en de afdeling. Ook had ik geen reden om onzeker te zijn, want ik word zo goed begeleid en opgevolgd in mijn nieuw project dat falen amper voelt als een mogelijkheid. Hiervoor zet ik graag even mijn meters, Kim Vansteenkiste en Leonie Bakker, in de spotlight. Iemand dat ook niet vergeten mag worden, is Veerle Hofman. Zij is namelijk de enige constante doorheen mijn traject. Dat ze mijn rots in de branding is bij Roularta, lijkt me een correcte verwoording. Ze vangt me op als ik het nodig heb, ze leest mijn emoties sneller dan dat ik besef wat er gaande is en haar advies motiveert me elke keer opnieuw.

Ik heb het hierboven al even vermeld tussen de soep en de patatten, maar ik ben verantwoordelijk voor het herabonnering- en winback-project van Knack en Libelle. Dit houdt in dat ik ervoor zorg dat de abonnees die de keuze maken om hun abonnement niet te verlengen of te vernieuwen, dit wel doen. Een boeiend project dat begon met onderzoek, de nodige programma’s leren kennen, het verschil begrijpen tussen herabonnering en winback, en het in kaart brengen van onze huidige aanpak. Ondertussen heb ik een plan van aanpak uitgewerkt dat momenteel under review is bij mijn collega’s en ben ik bezig met het uitschrijven van content om te gebruiken tijdens dit project. Later vandaag zit ik samen met de subscription marketeer van de Washington Post, om hun strategie beter te begrijpen. Zij hebben namelijk ook recent een project rond winback uitgevoerd en hadden erg positieve resultaten. Eerlijk, hoe cool is dat? 😀

Er zijn nog zoveel interessante zaken in verband met mijn project dat ik jullie zou willen vertellen, maar ik ga deze blog toch ergens moeten afsluiten. Ik voel me trots om te werken aan zo’n belangrijk project en ben dankbaar voor mijn collega’s en de opportuniteit die ik gekregen heb. Laat me gerust iets weten als je meer wilt weten over dit project, of spreek me eens aan in de gang, want ik vertel je er met veel plezier over. 😊