Unpluggen

Tommy Browaeys, Uitgever Trends Top

04/07/2022

Ben je net als ik een product van de jaren ’70? Dan heb je het begin van MTV meegemaakt en ken je iemand als Ray Cokes niet enkel van Belgium’s Got Talent. Non-stop videoclips, nadien aan elkaar gepraat door de zogenaamde VJ’s, waaronder zelfs onze Marcel Vanthilt. Languit op de bank naar muziek kijken. Muziek heeft me altijd geraakt. Waar ik echter het meest van onder de indruk was: de zogenaamde unplugged sessies die de populaire zender eind jaren ’80 lanceerde. Letterlijk betekent het ‘zonder stopcontact’. Bekende artiesten of groepen gaan daarbij de akoestische toer op en laten elektrische versterking achterwege. Tonen en vooral stemmen in hun puurste vorm, zonder welke kunstmatige correctie dan ook. Ik herinner me als gisteren hoe de haren op mijn armen de hoogte opzochten bij de krakende stem van Kurt Cobain. Denk aan de jonge Eddie Vedder van Pearl Jam en zoveel andere toppers.

Hun muziek lijkt daardoor wat te vertragen maar net daardoor ook echt helemaal binnen te komen. Ik denk dat ik het Natalia eens tijdens een interview heb horen zeggen: “Als je vertraagt, connecteer je beter”. Bij mij is het in ieder geval zo dat ik daarom bijna altijd voor akoestische versies van nummers kies. Of voor stukjes waarin muziek de vrije loop krijgt en je tot in je diepste vezels raakt als je jouw poriën helemaal opent.

Dat vertragen is ook in het leven een manier om beter te verbinden, met mensen om je heen, je biotoop en jezelf. Het staat haaks op de trend waarbij iedereen altijd maar sneller wil rennen tot ze zichzelf mentaal voorbij hollen of hun lichaam uiteindelijk stop zegt wanneer signalen te lang genegeerd worden. Bij een te hoge belasting nemen zwemmers of langeafstandlopers bijvoorbeeld onvoldoende zuurstof op. Dat geldt ook gewoon van dag tot dag en op je werk. Ik heb aan den lijve ondervonden wat mentale verzuring met een mens kan doen als je onvoldoende ventileert of unplugt. Er zijn mensen die hun overdreven tempo een heel jaar proberen vol te houden en tijdens de vakantie (over)compenseren. Je hebt er die daarin slagen en zich overeind houden. Anderen kraken net daardoor omdat een wet in de fysica stelt dat te plotse veranderingen in de omgevingsfactoren nefast kunnen zijn. Denk aan weekendmigraine.

Het is als een hardloper die spurtend zijn hartslag omlaag probeert te krijgen. Ik loop wel eens een rondje en heb eerder geprobeerd om mijn snelheid op eerder kortere afstanden te verhogen, bijvoorbeeld via intervaltraining. Het pompje achter mijn ribbenkast zoekt daarbij echter nog steeds altijd snel de hogere slagregionen op waardoor het meer weerstand dan uithouding is. Op langere afstanden is het dan weer net de bedoeling om tot een ritme te komen waarop je als het ware kunt blijven lopen. Daar is die befaamde kruissnelheid.

In die optiek heb ik slow running ontdekt, nadat ik tips kreeg van een echte atleet. Daarbij is het de bedoeling om lange afstanden te lopen maar altijd onder een bepaalde hartslag te blijven, ook wanneer je daardoor trager moet lopen. Ik geef toe dat het wennen is als je zo door het landschap lijkt te slenteren. Maar het aangename is dat je ademhaling zo gecontroleerd blijft dat je er zelf rustig van wordt. Dat je in plaats van hijgend vast te stellen hoe je in weerstand gaat de tijd hebt om eens goed naar links of rechts te kijken en te beseffen hoe mooi de bosrijke omgeving is. En vooral: dat je bij aankomst het gevoel hebt hetzelfde rondje gemakkelijk nog eens over te kunnen doen terwijl je sporthorloge aangeeft dat je goed hersteld bent. Na verloop van tijd zou je snelheid volgens hetzelfde advies automatisch hoger gaan liggen. Het loont trouwens de moeite om eventuele vaste routes eens in de omgekeerde richting te lopen en de weg (of dingen in je hoofd) rustig van een andere kant te bekijken.

Het spreekt voor zich dat niet iedereen dezelfde drempel heeft om al dan niet in het rood te gaan. Iedereen heeft zijn eigen omslagpunt. Je hebt spurters, specialisten van de middellange afstand, marathonlopers en joggers. Usain Bolt liep bij zijn wereldrecord van 9,58 seconden op de 100 meter gemiddeld 38 kilometer per uur, met een topsnelheid van ruim 44. Wetenschappers spreken elkaar trouwens tegen hoe hard een mens zou kunnen lopen. Sommigen beweren dat de limiet op 65 ligt. Op de marathon, waarbij ik altijd versteld sta van het tempo dat die sierlijke lopers aanhouden, is de magische grens van twee uur doorbroken.
Als die atleten van discipline wisselen, kan het wel eens slecht aflopen. Daarom hebben zij respect voor elkaars prestaties. En dat horen ook wij in het dagelijkse leven te doen. Het is niet omdat iemand bewust beslist om wat trager – en daardoor eigenlijk net harder – te leven dat ook anderen dat moeten doen. Ik hoop dat we elkaars kruissnelheid aanvaarden. Leg niemand jouw tempo op en laat anderen jou dat van hen niet opdringen. Wederzijds begrip is een mooie deugd.

Bepaal daarom zelf in welke mate je de stekker er tijdens de vakantie uittrekt. Doe het in ieder geval bewust. Eén langere akoestische sessie per jaar of verspreid in een aantal kortere varianten. Kies je daarbij voor connectie met jezelf of de buitenwereld, wat sociale media betreft? Wordt het uptempo, vertragen, unplugged of geef je jezelf op een bepaald moment volledig over aan de stilte? Misschien houd je net als ik ergens onderweg wel eens halt, sluit je terwijl je bewust ademt volledig de ogen om blootvoets of op je rug liggend te aarden. Laat je de omgeving je ziel kietelen. Je bewustzijn prikkelen. Je hartslag rusten. En voel je hoe je werkelijk bent waar je bent.

Tommy Browaeys (Trends Business Information) schrijft rond mentaal welzijn en hoogsensitiviteit – Meer van zijn gedachtekronkels op waarjewerkelijkademt.be.

terug naar overzicht

Deel deze blog: